Invercargill

Een lege stad, veel etalages afgeplakt. Het schijnt ook een studentenstad te zijn, maar ook zij komen pas 8 januari. Misschien dat er daarom ook veel restaurants en winkels gesloten waren. We wilden graag naar Stewart Island. Het zuidelijkste stukje Nieuw Zeeland. Vandaar dat we door gereisd zijn naar Invercargill. We hadden ook een hotel waar niets bij zat. Dus ‘s avonds twee keer in hetzelfde restaurant gaan eten. Hoe slecht kun je het hebben. De tweede dag naar Bluff gereisd om daar met de catamaran over te steken naar Stewart Island voor een dagtrip. Deze oversteek kan vrij ruw zijn, maar we hadden geluk. De overtocht ging lekker rustig. Daar aangekomen hebben we een excursie geboekt om vandaar weer met een catamaran naar het nog kleinere eiland Ulva te varen om daar een wandeling te maken. Stewart Island staat bekend om zijn bijzondere dieren die alleen nog daar voorkomen. Tijdens de boottocht vlogen er een paar albatrossen mee ( vraag me niet welke soort). Ook zagen we onderweg op een rots een hele groep pinguïns zitten ( vraag me niet welke soort). Op het eilandje zelf hebben we welgeteld 1 vogeltje gezien (ik vond het op een spreeuw lijken) en 1 zeeleeuw. De kea liet zich niet zien. Misschien ben ik wel een natuurbarbaar maar al met al, vond ik het wat tegen allen. Natuurlijk weet ik wel dat de natuur niet te sturen is, maar mijn verwachtingen waren toch wat hoger. In de loop van de middag weer terug naar Invercargill om de andere dag weer door te reizen naar Dunedin.